Week 3: Materniteitafdeling en marktbezoek

Week 3: Materniteitafdeling en marktbezoek

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 3: Materniteitafdeling en marktbezoek

Deze week begon onze eerste week op de kraamafdeling/ materniteit van het ziekenhuis. Na een paar relatief rustige weken op de kinderafdeling/ pediatrie (goed voor de kinderen, maar minder interessant voor ons dat het zo rustig was), hoopten we dat er meer te doen zou zijn op de kraamafdeling aangezien de binnenplaats voor deze afdeling altijd vol zit met mensen.

Net als op de pediatrie begint de dag altijd met een algemene stafvergadering, in dit geval geleid door de gynaecoloog. We konden van tevoren wat met haar praten en onze doelstellingen voor onze tijd op de materniteit bespreken en kijken hoe we onze tijd het beste konden besteden en een deel van onze expertise op de afdeling konden inbrengen.

Tijdens de dagelijkse personeelsvergaderingen nemen de artsen en verloskundigen altijd alle bevallingen van de vorige dag (en nacht) door, evenals belangrijke statusupdates van opgenomen patiënten. Vooral op maandag duurt deze vergadering vrij lang, vaak zijn er 20-30 (of meer) bevallingen geweest tijdens het weekend!

Ons schema op de materniteitafdeling

Gedurende de twee weken dat we op materniteit werkten, splitsten Femke en ik ons op voor het begin van de dag. Ik volgde de verloskundige die pre- en postnatale consulten deed en Femke volgde de verloskundige die de ochtendcontrole deed bij de opgenomen patiënten (meestal de patiënten die via een keizersnede waren bevallen). Volgende week, onze tweede week op de kraamafdeling, wisselen we van plaats. Zodra we klaar zijn met onze respectieve vroedvrouwen, zijn we vrij om te volgen wat er in de receptie gebeurt en welke bevallingen er plaatsvinden.

Op dinsdag, na het volgen van de vroedvrouwen, konden we onze eerste bevalling waarnemen! We hadden gewoon geluk met de timing: we gingen naar de verloskamer enkele minuten voordat de vrouw beviel. Na de geboorte krijgt de baby een injectie met vitamine K en wordt bepaald of hij naar de neonatale afdeling moet worden gebracht. Dinsdag en donderdag zijn de dagen waarop keizersneden worden gepland, hoewel we (nog) niet de kans hebben gekregen er één te observeren.

We moesten ook een kleine presentatie voorbereiden voor de vrouwen na de geboorte over goede voeding tijdens de borstvoeding, met speciale aandacht voor bloedarmoede (ijzertekort) – een probleem dat hier veel voorkomt. Voor deze week hebben we ons vooral gericht op het verzamelen van feiten. In plaats van een schoolvoorbeeld te geven, moesten we van de vroedvrouwen leren welk voedingsadvies ook praktisch zou zijn, gezien het plaatselijke dieet en de toegang tot bepaalde voedingsmiddelen. We leerden bijvoorbeeld dat voor de gemiddelde vrouw vlees of vis vaak maar één keer per week gegeten wordt vanwege het beperkt budget.

Pre- en postnatale consulten

Het volgen van de verloskundige voor de pre- en postnatale consulten was erg interessant. Ze geven mensen hier niet echt formele afspraken, hoewel ze vaak een datum te horen krijgen waarop ze moeten komen. (Dat gezegd hebbende, mensen komen meestal willekeurig opdagen, ongeacht de datum die ze hebben gekregen). Ze worden geacht ‘s ochtends vroeg te komen, zich in te schrijven voor een consult en vooraf aan de kassa te betalen. Vervolgens worden hun dossiers verzameld in volgorde van aankomst en hoeven de patiënten alleen maar op de banken buiten de spreekkamer te gaan zitten tot ze worden opgeroepen – soms wel 2-3 uur lang! Voor deze consulten leken de meeste mensen rond 9 uur of zo aan te komen (op basis van hun betalingsbewijs), maar bij de gynaecoloog stonden de mensen al vanaf 8 uur in de rij voor haar kantoor.

De patiënten die naar een afspraak in het ziekenhuis komen, doen dat meestal omdat er een complicatie opgetreden is en zij door hun plaatselijke kliniek zijn doorverwezen. Maar anderen komen gewoon omdat ze liever in het ziekenhuis worden gezien en daar ook willen bevallen. De verloskundige neemt echt de tijd voor elke patiënt, soms duren de consulten wel een uur. Naast het doornemen van het dossier doet ze een controle op bloedarmoede (ijzertekort), een lichamelijk onderzoek van de buik en baarmoeder en luistert ze naar de hartslag (met de metalen kegel op de foto).

Afhankelijk van de behoeften van de patiënt werd ik soms ook opgeroepen om wat voedingsadvies te geven, bijvoorbeeld over algemene voeding tijdens de zwangerschap, over voldoende calcium/magnesium inname of over voeding tijdens ochtendmisselijkheid.

Op weg naar de markt 

Deze week waren we ook op een missie om eindelijk eens naar een lokale markt te gaan om verse producten te kopen, aangezien die niet in de supermarkten voorradig zijn. Na navraag bij verschillende mensen hoorden we vrij unaniem dat de Marché Depôt, in Parakou, de beste plek was om naartoe te gaan. En we hadden nog meer geluk, toen onze vriendin Perpétue, die één van de kantines in het ziekenhuis runt, aanbood ons mee te nemen en ons wegwijs te maken op de markt.

De markt besloeg een paar blokken langs de ringweg van Parakou in het westen. Veel van de verkopers hadden veel van dezelfde dingen; tomaten, uien, bladgroenten, pittige paprika’s, met een paar die wat extra’s verkochten zoals avocado’s, wortelen, kool, aardappelen, enz. Er waren een paar fruitstalletjes, een paar met conserven, en een hele sectie met alleen maar levende kippen. Het was een geweldige ervaring om een plaatselijke bewoner bij ons te hebben, die ook hielp bij het onderhandelen over de prijzen.

Het was verleidelijk om van alles te kopen en te proberen, maar we probeerden ons in te houden, aangezien we nog negen weken moeten inkopen en koken. Het hoogtepunt voor mij was het proeven van nieuw voedsel dat we nooit eerder hadden gezien (zoals een fruitsoort waarvan ze niet eens de Franse naam konden bedenken), en het eindelijk in handen krijgen van bakbananen om thuis te kunnen bakken.

Week 2: Vervolg Pediatrie

Week 2: Vervolg Pediatrie

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 2: Vervolg Pediatrie

Na een drukke, maar zeer interessante eerste week, begonnen we met volle moed aan onze tweede week stage in het ziekenhuis te Boko. De meeste dagen waren zeer gelijkend aan die van de eerste week. Onze dag begint steeds met een soort multidisciplinair gesprek, la réunion de staff, waarna vervolgens de nutritionist toekomt en we aan het voedingsdeskundig gedeelte kunnen beginnen. De aanwezige kindjes met malnutritie worden gemeten, eventuele aanpassingen/ toevoegingen aan de voeding worden toegepast en de melk wordt bereid en uitgedeeld. Tussendoor krijgen we ook de mogelijkheid om dossiers in te kijken, de voedingsschema’s van nieuwe kindjes met malnutritie te maken, de opvolgconsulten met kinderen die (aan het) genezen zijn van malnutritie volgen, etc.

Op bezoek in het laboratorium

Deze week was onze dinsdagmiddag net iets anders. De groep studenten waarmee we vorige week enkele activiteiten omtrent malnutritie en educatie hebben mogen uitvoeren, kwamen deze dag op bezoek in het laboratorium van ons ziekenhuis. We hebben even mogen meegenieten van de rondleidingen om zo de weer een nieuw plekje in dit – voor Bénin- vrij groot ziekenhuis te mogen ontdekken. De studenten BLT (Biomedische Laboratoriumtechnologie) wisten ons te vertellen dat de toestellen en de manier van werken hier zowel zeer vooruitstrevend als zeer verouderd zijn. Dankzij donaties van UZ Leuven beschikken ze soms over zeer moderne apparatuur, maar tegelijkertijd voeren ze andere tests volledig manueel uit terwijl hier al lang betere technieken voor bestaan. Zo merk je hoe hard ze hier afhankelijk zijn van donaties. Ook was het zeer ongeloofwaardig toen de studenten ons wisten te vertellen dat één van de laboranten zelfs niet wist dat je de vlam van een bunsenbrander harder of zachter kan zetten naargelang je draait aan het ventieltje om zo de luchttoevoer te regelen.

Een nouveau-arrivé met ernstige malnutritie

Op diezelfde dinsdag kwam er een ‘nouveau-arrivé’ toe bij de pediatrie, een meisje genaamd Beauté (schuilnaam) met ernstige malnutritie. Beauté is een meisje van 15 maanden oud met een gewicht van slechts drie kilo. Ze wordt grootgebracht door een oudere vrouw (haar relatie met de familie van Beauté is ons onbekend) nadat haar mama gestorven is tijdens de bevalling. Sinds ze negen maanden oud was, is ze al meerdere keren opgenomen geweest in het ziekenhuis. Ze heeft een navelbreuk maar vooraleer ze hieraan kan geopereerd worden, moet haar voedingstoestand eerst verbeteren. Wetende dat een meisje van 15 maanden oud slechts drie kilo weegt, kan je je bijna niet voorstellen dat deze situatie zelfs een verbetering is ten opzichte van hoe ze er vroeger aan toe was.

Gezien de malnutritie blijft aanhouden en vanwege bepaalde trekken in het gelaat van Beauté, vrezen de gezondheidsmedewerkers dat er een congenitale aandoening aan de oorzaak ligt. Jammer genoeg heeft men hier niet de middelen om dit ook effectief te gaan testen. De studenten en docenten LBT waren dan ook zeer ontroerd toen ze dit kleine meisje zagen toen ze bij hen langs kwam voor een bloedonderzoek. Ze kwamen bij ons al snel meer informatie vragen en zodra ze hoorden dat de moeder er niet meer was en Beauté door iemand anders opgevoegd wordt, boden ze aan om een donatie te doen aan de vrouw die haar opvoedt. Gezien het om een relatief grote donatie ging, besloot de sociaal assistent om haar per keer dat ze op opvolgconsult komt een deeltje van de donatie af te geven. Dit werd ook zo uitgelegd aan de vrouw, die duidelijk zeer dankbaar was voor de grote hulp.

Begin vorige week werd er een kindje met ernstige malnutritie opgenomen in de pediatrie wiens casus zeer gelijkend is op die van Beauté. Hier gaat het om nog een meisje van 15 maanden oud met ernstige malnutritie dat werd opgenomen bij de pediatrie. Bij aankomst in het ziekenhuis woog dit meisje slechts vier kilo. De eerste paar dagen stagneerde haar voedingstoestand en was er geen onmiddellijke verbetering te merken. Pas na een tijdje merkte men dat ze in gewicht aan het bijkomen was. Ook hier merkten we bepaalde gelaatstrekken die doen denken aan een onderliggende aandoening en werd er ons verteld dat het personeel denkt aan een trisomie (de aanwezigheid van een extra chromosoom). Vandaag, anderhalve week later is ons klein patiëntje toch een halve kilo bijgekomen en is er verbetering op komst. Na het toevoegen van PlumpyNut aan de voeding mag ze nu overstappen op een mengeling van PlumpyNut en Bouillie, wat de positieve revolutie in haar voedingstoestand aantoont.

Screening op malnutritie in Yebessi

Op woensdag gingen we voor een laatste keer mee met de groep studenten met de screening voor malnutritie en malaria en verzorging van wonden. Deze keer werden we naar le centre de santé in Yebessi gebracht, een dorpje op zo’n 75 km van Parakou. Opnieuw waren wij verantwoordelijk voor de screening op malnutritie bij de kindjes vanaf zes maand oud tot en met de leeftijd van vier jaar. Deze keer hadden we gelukkig slechts één kindje wiens UAC (upper arm circumference) in het geel lag en die we dus moesten waarschuwen voor het risico op ondervoeding.

Gezien we bij de malnutritie vrij snel klaar waren, is Femke nadien nog even gaan volgen bij de wondzorg. Hier lag een man die de nacht voordien in een ongeluk terecht gekomen was met zijn moto. Hij is toen naar een ziekenhuis gegaan, waar ze zijn wonde vlug hebben toegenaaid en hij al snel weer naar huis gestuurd werd. Toen hij bij ons aankwam, had hij nog steeds dezelfde kleren aan van tijdens zijn accident, de onderkant van zijn broek was dan ook gewoon afgeknipt om zo aan de wonden op zijn been te kunnen.

Echter waren deze wonden alles behalve goed behandeld. Zijn been stond volledig ontstoken en gezwollen en men kon geen hartslag meer vinden ter hoogte van de knie. Er was sprake van het compartiment syndroom en risico op verlies van het been indien er niet snel verbetering kwam. Zijn wonden werden vervolgens deftig gekuist (naar sommige van de kleinere wonden had men zelfs nooit gekeken in het ziekenhuis gezien het bloed er nog overal aanhing), loshangende huid werd verwijderd en de nodige medicatie en verzorging werden toegediend. Indien er op donderdag nog geen verbetering was, moest meneer meteen terug naar een beter ziekenhuis in Papané waar men wel goede opvolging zou kunnen garanderen.

Op bezoek bij de stichting Hubi&Vinciane

Rond de middag keerden we terug naar Parakou, waar we een bezoekje brachten aan de thuisbasis van de stichting Hubi&Vinciane. Hier kregen we een presentatie over waar de stichting zoal rond werkt alsook een kleine voordracht van een Zwitserse dokter die sinds 1975 werkzaam is in Afrika. Deze presentatie ging over hoe men le planning familiale probeert aan te brengen in Beninse families, waarbij men vader en moeder leert hoe men op een natuurlijke manier de vruchtbaarheid van een vrouw kan volgen. Deze informatie leren ze vervolgens te gebruiken om zo de wens om al-dan-niet een kind te verwekken te kunnen vervullen. Ook het belang van een eenvoudige manier van presenteren aan de lokale bevolking werd ons uitgelegd, gezien de anatomische kennis heel beperkt is en een té wetenschappelijke benadering alleen maar voor verwarring zou zorgen.

Op het einde van de namiddag gaven zowel wijzelf als de groep al het materiaal dat we wouden doneren. Weegschalen voor groot en klein, bloeddrukmeters, babykleren en valiezen vol materiaal werden met veel dankbaarheid ontvangen.

Ziezo, dit waren onze twee weken stage in de pediatrie in het ziekenhuis Saint Jean de Dieu te Boko. Het waren twee boeiende weken met een afwisseling tussen zeer rustige en zeer drukke, lange dagen. Volgende week schuiven we één gebouw op en beginnen we bij de materniteit. We zijn zeer benieuwd naar hoe onze stage daar zal verlopen en welke situaties we daar zullen te zien krijgen. We kijken er alleszins heel hard naar uit!

Week 1 – Deel 2: Stage op de afdeling Pediatrie

Week 1 – Deel 2: Stage op de afdeling Pediatrie

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 1 – Deel 2: Stage op de afdeling Pediatrie

Afdeling Pediatrie

Elke maandag om 8 uur verzamelt het personeel van het ziekenhuis hier in Boko zich op de binnenplaats voor de vlaggengroet. Hierbij wordt de vlag gehijsd, het volkslied gezongen en geluisterd naar mededelingen van de directeur van het ziekenhuis. Omdat het onze eerste dag was, werden we onverwacht voor de menigte uitgetrokken om ons voor te stellen als de nieuwste stagiaires van de kinder- en kraamafdeling. No pressure, hoor!

Het eigenlijke begin van onze dag was iets minder ceremonieel. We werden naar de afdeling pediatrie (kindergeneeskunde) gebracht, waar we de eerste twee weken zullen doorbrengen, en werden voorgesteld aan de verpleegkundigen die op dat moment dienst hadden. We liepen enige tijd achter hen aan terwijl zij ‘s ochtends alle huidige patiënten opvolgden en ervoor zorgden dat de dossiers up-to-date waren.

Er was niet veel tijd voor hen om ons uitleg te geven, want niet veel later kwam een zeer glamoureuze vrouw de afdeling binnen, van wie we al snel begrepen dat zij de kinderarts was. Bij haar aankomst ging het personeel naar haar kantoor voor de ochtendvergadering. Zoals we snel zouden leren, was dit de ochtendroutine op de afdeling. De hoofdverpleegkundigen van de afdelingen pediatrie en neonatologie lazen de dossiers van de nieuwkomers door, waarbij de arts vragen stelde. Er werden belangrijke punten besproken en de pediater gaf aanwijzingen over hoe bepaalde dingen moesten worden gedaan. 

Soms werden de verpleegkundigen tijdens de vergadering zelfs berispt in het bijzijn van de groep; van iedereen werd verwacht dat ze het gewoon op de koop toe namen en zonder enige emotie verder gingen. Meestal bleef het bij een kleine uitleg over de procedure.

Na de stafvergadering arriveerde de maatschappelijk assistent/ voedingsdeskundige, die we voor onze twee weken op de kinderafdeling schaduwen. Het was een beetje chaotisch om op gang te komen en te leren hoe de dingen lopen op de afdeling. Maar we leerden al snel dat zij op het gebied van voeding alleen verantwoordelijk is voor de kinderen die ondervoed zijn. In die gevallen bepaalt ze hoeveel en hoe vaak van welk soort voedsel de kinderen krijgen, volgt ze dagelijks de ontwikkeling van hun gewicht op en brengt ze hen (hopelijk) van de ene fase van de voedingstherapie naar de volgende, betere fase.

Om de ernst van de ondervoeding te bepalen gebruiken ze de zogenaamde “z-score”, gebaseerd op de standaardafwijking van het gewicht voor de lengte. Als het kind een score heeft van -3 of meer (dus 3 of meer standaardafwijkingen lager dan het gemiddelde), dan wordt het beschouwd als ernstig ondervoed. Als dit gepaard gaat met ‘complicaties’, zoals oedeem, braken of diarree, worden ze naar het ziekenhuis verwezen.

Het ziekenhuis ontvangt van UNICEF gratis therapeutische melk in poedervorm – F75 en F100. De kinderen beginnen meestal met de F75, die iets minder calorieën bevat. Dat komt omdat het lichaam door ondervoeding niet meer gewend is voedsel te verteren. Direct beginnen met te veel calorieën of een te grote hoeveelheid kan leiden tot het refeeding syndroom, wat meestal een verstoring is van de elektrolyten- en vochtbalans in het lichaam. Bij zeer jonge kinderen en/of zeer ernstige ondervoeding (jonger dan 6 maanden of minder dan 3 kg in gewicht) wordt in plaats daarvan een verdunde oplossing gebruikt bij het begin van de behandeling.

Als het kind vooruitgang boekt, zoals bij het verdwijnen van complicaties, idealiter binnen 3-4 dagen, gaat het van de F75- naar de F100-formule. Bij verdere vooruitgang wordt overgegaan op een papje, “bouillie” genaamd, dat is verrijkt. Wanneer zij uiteindelijk worden ontslagen, worden de ouders naar huis gestuurd met enkele verpakkingen van het poeder om deze bouillie te maken, alsook met verpakkingen van “Plumpy Nut”, een calorierijk product op basis van pindakaas dat ook gratis via UNICEF wordt uitgedeeld.

De kinderen worden geacht regelmatig terug te komen voor follow-up controles, die op dinsdagochtend plaatsvinden. Op dinsdag waren we dus druk bezig met het wegen van de kinderen, het bijwerken van hun dossiers en het geven van wat voedingsadvies aan de moeders. De moeders konden ook voor een kleine prijs meer van de verrijkte pap kopen en kregen ook enkele gratis pakjes “Plumpy Nut”. Afhankelijk van de Z-score van het kind worden zij wekelijks, tweewekelijks of maandelijks verwacht voor follow-up. Helaas leerden we dat de moeders vaak niet terugkomen voor follow-ups, of ze komen niet met de vereiste frequentie.

Op donderdag hoorden we dat woensdagavond laat een kind was opgenomen met ernstige ondervoeding. Echter, net na de ochtendvergadering van het personeel lijkt het slechter te gaan. Men heeft geprobeerd het kind te reanimeren, maar helaas was dat niet mogelijk. Het was een moeilijke situatie om mee te maken, hoewel we erop voorbereid waren dat we zoiets waarschijnlijk zouden meemaken.

We bespraken het verhaal van dit kind later op de dag met een van de verpleegsters en kwamen erachter dat het kind al een maand onwel was. Maar omdat ze nogal afgelegen woont, met een vader die buitenshuis werkt en geen communicatiemiddelen heeft, en een moeder die geen vervoer heeft en andere kinderen om voor te zorgen, wacht de moeder gewoon tot de vader thuiskomt. Pas dan wordt het kind naar het ziekenhuis gebracht, en in dit geval was het gewoon te laat. Helaas schijnt dit hier vaak voor te komen, en het wordt ook erger in het regenseizoen, wanneer afgelegen dorpen vrijwel onbereikbaar worden door overstromingen.

Gezondheidsbevordering in plattelandsscholen

Toen de grotere groep studenten in de loop van onze eerste week in Parakou aankwam, konden we ons bij hen voegen voor een paar van hun activiteiten die goed pasten bij onze stagedoelen en die ook werden gecoördineerd door onze stagebegeleider, Eric. Op woensdag gingen we mee naar een lokale school, waar de Odisee-studenten een ochtend hadden voorbereid met educatieve spelletjes voor de kinderen over onderwerpen als goed handen wassen, tandenpoetsen en fruit. Femke en ik hielpen in het standje over fruit.

Het eerste spel was om te raden welk fruit er in de zak zat, zonder te kijken. Elk kind deed om de beurt zijn ogen dicht en stak zijn hand in de zak om te proberen het fruit te identificeren. Bij sommige groepen ging dat vrij gemakkelijk, bij andere minder. Vooral de papaja leek een uitdaging. Het tweede spel dat ze speelden was het kaartspel memory. Elk kind draaide om de beurt twee kaarten om en de groep moest proberen alle passende vruchten te vinden. Het was een uitdaging om te coördineren met zoveel enthousiaste kinderen, maar uiteindelijk was het een succes. Het fruitstandje eindigde met aan elk kind een satéstokje met vers fruit erop – ananas, banaan en watermeloen. We wilden ook de papaja’s gebruiken, maar die waren helaas nog niet rijp genoeg om te eten.

Eén van de medewerkers van de school introduceerde ook een nieuwe vrucht om te gebruiken, die lokaal aan bomen groeit – de cashewnoot! We hadden nog nooit eerder cashewnoten in het wild zien groeien. Aan het uiteinde zat de noot, die eerst geroosterd en uit de dop gehaald moet worden, maar aan een rood/oranje vrucht zit. Ze eten de vrucht zelf niet, maar bijten hem open en drinken het sap eruit. Het sap rechtstreeks uit de vrucht had een beetje een appelachtige smaak en gaf een vrij droog gevoel in de mond.

Ter afsluiting van onze tijd op de school aten we samen met de kinderen het middagmaal. De groep had grote zakken rijst en andere goederen meegenomen, en de schoolkoks stelden een maaltijd samen van rijst, witte bonen, groenten en een zeer pittige saus op basis van peper en ui. We denken/ hopen dat we aan het eind van onze tijd hier wel gewend zullen zijn aan pittig eten!

Voordat we teruggingen naar ons huis voor de nacht, stapten we op een zem (de motortaxi) en gingen we kijken bij een kruidenierswinkel in Parakou die vorig jaar door een Belgisch echtpaar is gestart. Het was beslist meer in overeenstemming met wat we van een Europese supermarkt zouden verwachten (er waren zelfs enkele herkenbare merken!), maar wel vrij duur, in sommige gevallen duurder dan wat je in België zou betalen. We hebben gemerkt dat de supermarkten over het algemeen geen vers fruit en verse groenten hebben; daarvoor zullen we naar een plaatselijke markt moeten gaan.

We hebben echter het geluk dat er bij de ingang van het ziekenhuisterrein vaak kraampjes staan met vers fruit en uien, en dat er op de campus zelf kraampjes staan met brood, yoghurt, koffie, dranken, enz. We kunnen dus meestal de basisproducten kopen zonder al te ver te moeten reizen.

Ondervoedingsonderzoeken in plattelandsdorpen

Op vrijdag waren we weer terug met de grote groep voor een dag van gezondheidsonderzoeken in meer afgelegen dorpen. Er waren drie groepen per dorp: één voor ondervoedingsonderzoeken, één voor malariatests en één voor wondbehandeling. Voor de screening op ondervoeding (die we later in onze stage ook een aantal weken zullen doen) gebruiken we speciale meetlinten om de omtrek van de bovenarm van het kind te meten. Op de armband staat een kleur die de mate van (onder)voeding aangeeft. Als het kind ondervoed is, behandelt de arts van het plaatselijke gezondheidscentrum het kind daar, of, als er bijkomende complicaties zijn, wordt het kind doorverwezen naar het ziekenhuis. Bij ondervoeding betaalt de Stichting Hubi & Vinciane alle behandelingskosten. 

In ons dorp was het behoorlijk chaotisch! Er waren zoveel mensen om ons te zien, en elke ouder wilde dat zijn kind voorrang kreeg. Het was een uitdaging om de orde te bewaren en de rij in een goed tempo te laten doorlopen. Nadat we de kinderen hadden gemeten op ondervoeding en gecontroleerd hadden op oedeem en bloedarmoede, werd de temperatuur gemeten. Bij elk kind met koorts werd onmiddellijk een malariatest gedaan. Van de tien kinderen met koorts waren ze alle tien positief voor malaria – en het is nog niet eens hoogseizoen voor malaria!

Gelukkig vonden we niet veel kinderen met (risico op) ondervoeding. Van de kinderen die ik gemeten heb, vielen er zes in de “gele” zone, wat betekende dat ze risico hadden op ondervoeding en dus voedingsadvies kregen maar nog niet behandeld hoefden te worden. Femke had één kind dat in de rode zone zat en dus effectief ondervoed was. Dit kind werd naar de dokter van het gezondheidscentrum gestuurd voor verdere behandeling.

De tijd vloog voorbij, en voor we het wisten waren we al bijna 3 uur bezig met testen! En toch leken de kinderen maar te blijven komen… Het was moeilijk, maar op een gegeven moment moesten we aankondigen dat het afgelopen was, en dat we niet verder konden gaan met metingen.

Het was een lange, hete dag om de ondervoedingscontroles te doen, zeker gezien de tijd die nodig was om van en naar het dorp te komen, maar het was ook een van de meest dankbare dagen tot nu toe.

Week 1 – Deel 1: Aankomst en vestiging in Benin

Week 1 – Deel 1: Aankomst en vestiging in Benin

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 1 – Deel 1: Aankomst en vestiging in Benin

Onze aankomst in Benin

Hier zijn we dan, aangekomen in Benin! Na een comfortabele, rechtstreekse vlucht van Brussel naar Cotonou, Benin (zij het in het midden van het vliegtuig), werden we onmiddellijk getroffen door de hete, vochtige lucht. In het zuiden van Benin is het erg vochtig, met momenteel temperaturen rond de 30°C, maar met de vochtigheid voelt het aan als 40°C – en ‘s avonds koelt het niet echt af, maar daalt het tot ongeveer 28°C. Het zorgt voor hete en plakkerige dagen, gevolgd door hete en plakkerige nachten.

We reisden hierheen met een grotere groep studenten van verschillende programma’s van Odisee die een inleefreis van 2 weken maken. Dit was erg handig en we appreciëren dat we ons bij hen konden aansluiten en zo onze eerste paar dagen in het land gemakkelijk konden coördineren! Terwijl de tassen en het vervoer werden geregeld, gingen Femke en ik naar een MTN-communicatiekiosk om onze SIM-kaarten voor ons verblijf in Bénin te regelen. Binnen een uur na aankomst hadden we lokale nummers en toegang tot internet – wat een luxe!

Cotonou

Onze eerste nacht brachten we door in Cotonou in een groepsaccommodatie in een klooster. De kamers waren zo (on)comfortabel als verwacht, hoewel we helaas niet het geluk aan onze zijde hadden, want we belandden in een van de kamers zonder ventilator aan het plafond! Het was een lange, hete, vochtige nacht voor onze eerste van velen in Benin.

Het klooster kookte diner en ontbijt voor ons en zo proefden we voor het eerst van het Beninse eten. Ze gebruiken veel kruiden en specerijen, waar onze magen even aan moesten wennen. De hitte van de eerste nacht kwam hard aan, dus de eerste dagen had ik wat last van misselijkheid en kon ik niet echt genieten van het eten buiten een paar happen. Ze lijken veel rijst en couscous te koken, soms gekruid en soms niet, met voornamelijk vis of kip als eiwitbron. We hebben verschillende groenten gehad, van verse salade tot gemarineerde uien, en een mix van groenten naast bonen. Als je hier iets anders wilt drinken dan water, zijn de belangrijkste koude dranken erg suikerrijke frisdranken of bier. Hoewel met deze hitte de extra suiker van frisdrank best welkom is! Het belangrijkste bier hier is Béninoise, deze hebben ze in de gewone versie (ongeveer 4,5% alcohol) en in de citroenachtige versie, de Panaché (ongeveer 2% alcohol), die snel favoriet was bij Femke.

Ganvié

Onze eerste echte dag in Benin en we konden de groep studenten volgen bij hun bezoek aan het dorp Ganvié. Ganvié ligt niet ver van Cotonou, en is een groot dorp dat bijna volledig op palen is gebouwd boven het water van het Nokoué-meer. Al rondvarend in een boot, zagen we vissers bezig met hun vangst en vrouwen die voedsel en voorraden direct vanaf hun boot verkochten, net als een drijvende markt. We stopten bij een hotel en restaurant/kunstgalerie/geschenkenwinkel voor een koud drankje en mochten binnenkijken in de kamers – het zag er een heel mooi uitzicht uit om ‘s morgens wakker te worden! Alle families hier hebben een boot, meestal één voor elke ouder en één voor de kinderen om te delen.

Ganvié wordt vaak het Venetië van Afrika genoemd en ontstond in de 17e eeuw toen de mensen van het Tofinudorp vluchtten voor slavenhandelaars van een naburige stam. De religieuze overtuigingen van de achtervolgers weerhielden hen ervan een conflict aan te gaan op dit heilige meer, en zo stichtten de mensen van Tofinu het nieuwe dorp, Ganvié, of “wij overleefden”.

In de legende van Ganvié komt het Tofinuvolk na een vlucht van enkele dagen over land bij het meer. De koning veranderde zichzelf in een reiger om een veilige plek voor hen te vinden. Daarna werd hij een reuzenkrokodil en bracht al zijn volk naar de plaats waar Ganvié nu gevestigd is. De slavenhandelaars bereikten het meer, en uit angst voor de kwade geesten die erin leefden, achtervolgden ze de Tofinu niet verder.

Tegenwoordig heeft Ganvié een bevolking van ongeveer 30.000 inwoners, die grotendeels wonen in huizen die op palen boven het water zijn gebouwd. Er zijn ongeveer 3000 gebouwen, waaronder een hotel, bank, postkantoor, school, kerk, moskee en ziekenhuis. De school is op het land gebouwd, zodat de kinderen de ruimte hebben om op vaste grond te spelen.

Porto-Novo

We overnachtten in Porto-Novo, de hoofdstad van Benin en niet ver van Cotonou aan de kust. Het verblijf was in een landbouwproject genaamd Songhai, dat gericht was op duurzaam leven (alles in het centrum wordt hergebruikt) en waar veel geredde dieren woonden. Hier hadden we eindelijk een kamer met een plafondventilator en konden we zelfs een duik nemen in het zwembad om af te koelen van de warmte en de vochtigheid! We waren echter verbaasd over ons toilet dat niet leek door te spoelen… we moesten steeds de stortbak van het toilet vullen met water om het aan de gang te krijgen. Totdat we uiteindelijk iemand hoorden praten over het aanzetten van het water voor het toilet – aha! De kraan die we niet durfden aan te raken had wel degelijk een doel. Blijkbaar sluiten ze hier, als het toilet niet in gebruik is, het water naar het toilet af met een klein kraantje aan de zijkant. Succes! We hadden een werkend toilet. Leven en leren, deze kennis zou nog van pas komen.

Op weg naar Parakou

Op zondagochtend stonden we vroeg op en lieten we de groep achter, want we namen een lokale bus naar het noorden die ons van Porto-Novo naar onze stageplaats in Parakou zou brengen. Terwijl we wachtten op het vertrek van de bus, kwamen er af en toe vrouwen aan om drankjes en snacks te verkopen. We hadden ons eigen water bij ons, maar niet veel te eten. Maar omdat we alleen grotere biljetten hadden, konden we niets kopen, want de verkopers konden geen wisselgeld geven. Dus met slechts een paar kleine dingen te eten, gingen we op weg naar het noorden voor de 7 uur durende busrit.

Het was een levendige bus – de hele reis speelde er Afrikaanse muziek op de luidsprekers, en verschillende keren stapte er een man in de bus die de passagiers meer dan een uur lang vertelde over de geneeskrachtige werking van de producten die hij probeerde te verkopen. Zepen, poeders, oliën, we zagen ze in de bus goede zaken doen met de plaatselijke bevolking. Het waren altijd zeer charismatische mannen, die verhalen vertelden en de passagiers aan het lachen kregen. De bus had geen airconditioning, maar de wind door de ramen hield het aangenaam. Maar naarmate de dag vorderde, en we verder naar het noorden kwamen, voelde je de temperatuur stijgen!

Toen we in Parakou uit de bus stapten, werden we overspoeld door de lokale motortaxichauffeurs (zems genaamd), die op zoek waren naar werk. We wachtten echter op onze stagebegeleider en wisten niet wat voor vervoer we nodig zouden hebben. Een paar van de chauffeurs hielpen ons onze spullen onder een afdak naar de schaduw te verplaatsen en hielden ons gezelschap terwijl we wachtten. Dat bleek uiteindelijk een goede zaak voor hen, want onze mentor, Eric, arriveerde op zijn eigen motorfiets. We moesten dus een zem inladen met 3 van onze koffers, Femke en de 4e koffer gingen op een andere zem, en ik was bij Eric terwijl we ongeveer 20 minuten naar het noorden van Parakou reden naar het ziekenhuis van Boko (Hôpital Saint Jean de Dieu). Eindelijk aangekomen bij ons verblijf voor de komende 11 weken!

Inrichten van ons nieuwe huis in Boko

De directeur van het ziekenhuis was er om ons te ontmoeten en ons te helpen ons huis te betreden. Het huis is fel geschilderd in blauw en roze en is door de Stichting gefinancierd om internationale gasten en stagiaires in te laten wonen tijdens hun bezoek aan Boko. Onze kamers zijn eenvoudig maar comfortabel, en we hebben ventilatoren om ons zo koel mogelijk te houden! Gelukkig is de hitte in het noorden van Parakou droog, en hoewel het ‘s middags erg heet wordt (ongeveer 38°C), daalt het ‘s nachts tot 20°C, waardoor het klimaat veel meer doenbaar is dan in het zuiden.

Bij aankomst was het 16.00 uur en omdat we de hele dag bijna niets hadden gegeten (eigen schuld, natuurlijk), nam de directeur ons mee naar een van de ziekenhuisrestaurants om te eten. Gewoon een klein gebouwtje aan de rand van het ziekenhuisterrein met een paar tafeltjes binnen en een groot terras. De verantwoordelijke vrouw, Perpetu, ontfermde zich onmiddellijk over ons en schotelde ons een diner voor en begon alles te organiseren zodat we de volgende dag ook klaar zouden zijn voor het ontbijt! Tegen de tijd dat we terug in ons huis waren voor de nacht, kwam ze langs met een warmwaterkoker, koffiekopjes, water in flessen, een mand met brood, kaas (la vache qui rit), en koffie in poedervorm, warme chocolademelk en melkpoeder. En dan kwam ze ‘s morgens ook nog langs met een omelet voor ons! De gastvrijheid in Benin is duidelijk aanwezig!

Overal op de ziekenhuiscampus lopen salamanders rond; kleine van ongeveer 8 cm tot grote van ongeveer 30 cm. Ik zou zeggen dat het de muizen van Benin zijn, maar blijkbaar zijn er hier ook muizen! Toen Perpetu ons hielp met het klaarmaken van het ontbijt, vond ze een salamander in onze kast en die werd meteen – mep! – met de bezem gedood. Blijkbaar kan het behoorlijk giftig zijn als de uitwerpselen in je eten terechtkomen, en dus zullen we deze week tussen alles door druk bezig zijn met het afwassen van alle afwas en keukeninfrastructuur in huis. Maar zolang zij ons niet lastig vallen, vallen wij hen niet lastig.

Daarmee zijn we vroeg naar bed gegaan om te slapen voor onze eerste officiële stagedag.

Wat gaan we doen in Benin? 

Wat gaan we doen in Benin? 

Arial view of Porto-Novo, Benin

Wat gaan we doen in Benin? 

De stage in Benin vindt plaats bij de Stichting Hubi & Vinciane, een organisatie die al meer dan 40 jaar actief is in het land. Als studenten Voedings- & Dieetkunde zullen twee van ons 10 weken ter plaatse bij de stichting werken, leren en assisteren bij de verschillende voedingsgerelateerde projecten. 

De verschillende projecten werken rond het voorkomen, opsporen en behandelen van ondervoeding, rond voorlichting geven in dorpen en op scholen over gezonde voeding en rond het voorkomen van hoge bloeddruk en diabetes. We hopen ook meer te leren en te helpen met andere projecten waarbij de stichting actief is. (Lees meer hier.)

Natuurlijk hebben we onze eigen persoonlijke doelen voor de stageperiode, zoals: 

  • Ervaring opdoen op zowel gemeenschaps- als ziekenhuisniveau. 
  • Leren over lokaal voedsel, ingrediënten, traditionele bereiding en de rol die voedsel speelt in hun cultuur. 
  • Leren over hoe toegankelijk gezondheidszorg is en welke barrières er zijn voor mensen om toegang te krijgen tot gezondheidsdiensten. 
  • De initiatieven om ondervoeding te voorkomen/detecteren/behandelen met eigen ogen zien. 
  • Meegaan met andere projecten van de stichting, zoals voorlichting over vrouwelijke hygiëne en ondersteuning, gemeenschapstuinprojecten, agrarisch ondernemerschap, enz.   

We verblijven op de campus van het ziekenhuis, ongeveer 15 minuten ten noorden van de stad Parakou. Parakou is de grootste stad in het noorden van het land. We vliegen naar Cotonou (aan de kust in het zuiden) en brengen de eerste dagen daar en in de hoofdstad Porto-Novo door, voordat we met de bus ongeveer acht uur noordwaarts reizen naar Parakou. 

Femke en ik zullen deze blog meeschrijven en elkaar elke week afwisselen om je op de hoogte te houden van wat we doen. 

Volg mee in real time via onze Instagram pagina’s:
Heather: @healthfully.heather 
Femke: @femke_vuylsteke 

Foto via Unsplash, luchtfoto van Porto-Novo, de hoofdstad van Benin.

Contact

Healthfully Heather
Oordegemstraat 8, 9520 Vlierzele
BTW: BE0694867319
Erkenningsnummer: 5-64985-40-601

✉️   hello@healthfullyheather.com

📞  +32(0)486.38.47.49

© 2023 Healthfully Heather
Designed by Brooke Lawson