Week 10 – De projecten van Hubi & Vinciane

Week 10 – De projecten van Hubi & Vinciane

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 10 – De projecten van Hubi & Vinciane

In het begin van ons verblijf in Bénin kregen we onze stageplanning te zien. Hierbij was de laatste week, deze week dus, nog niet ingevuld en kregen we de vrijheid om zelf iets toe te voegen. We hebben er toen voor gekozen om deze week in te vullen met het bezoeken van enkele van de vele andere projecten van de stichting Hubi & Vinciane.

Le centre de incubation

Onze week begon met een bezoek aan ‘le centre de incubation’. Dit centrum dient als een soort vergaderruimte voor jonge ondernemers die de middelen en bet geld nog niet hebben om van hun projecten realiteit te maken. Op hetzelfde terrein is men bezig met de bouw van andere projecten. Er komen nog een grote geitenstal, bassins met vissen en een grote moestuin. Het centrum zelf is nog maar één maand open en de opening van de overige projecten zou over een drietal maanden moeten plaatsvinden. Gezien het centrum zeer dichtbij was en gezien het nog vrij ‘frisjes’ was besloten we te voet te gaan. Onze vaste chauffeur stond toevallig net weer aan de ingang van het ziekenhuis. Hij kon het niet aanzien dat we te voet zouden gaan dus hij heeft ons ingehaald met de moto en stond erop om ons gratis af te zetten, hoe lief! We keken wel uit naar eindelijk nog wat lichaamsbeweging. We zijn hier allebei vrij veel spiertjes kwijtgeraakt gezien we voornamelijk veel moeten zitten en gezien het hier gewoon te warm is om echt te kunnen sporten. Maar kijk, zo hebben we toch weer wat bezwete kleren kunnen vermijden. 😉

La ferme de Sokounon

Later die week brachten we een bezoek aan de grote, groene Ferme de Sokounon. Deze boerderij lag een beetje buiten Parakou en wordt ook ondersteund door de Fondation Hubi & Vinciane. Het is een boerderij waar zowel dieren als groenten en fruit gekweekt worden. Op vlak van dieren kon je er voornamelijk geiten, konijnen, eenden, ganzen en parelhoenders vinden. De veelvuldigheid aan groenten en fruit bestond uit bananen, papaja, maïs, komkommer, tomaten, ajuin, etc. De boerderij wordt gerund door een vijftal paters en heel wat extra medewerkers. Het was indrukwekkend om te zien hoe groen het er was gezien, zodra je buiten de boerderij stapt, de omgeving zeer droog is. Door gebruik te maken van het nabijgelegen meertje kan de boerderij bijna voldoende water voorzien. Wegens problemen met de pomp is het jammer genoeg onvoldoende om alle planten optimaal water te kunnen geven. Het werk dat ze er verrichten is wel zeer mooi. Op deze manier kan er toch ietwat van verse groente voorzien worden in Parakou. Tijdens het huidige droogseizoen is het er namelijk te dor om lokale verse groenten te kweken. Echte verse producten moeten dus geïmporteerd worden en zijn vaak duur.

Evaluatie van de stichting

Onze allerlaatste dagen op de stichting bestonden uit het evalueren van de stichting en uit het uitdelen van onze zelfgemaakte posters bij de vroedvrouwen in de centres de santé en in het ziekenhuis. Onze stagementor hier in Parakou had ons gevraagd om een verslag te schrijven omtrent wat we zelf zoal bijgeleerd hebben en gedaan hebben alsook omtrent de goede en de zwakke punten van de stichting zelf. Enkele werkpuntjes die we toen verkondigd hebben is dat er onvoldoende eiwitbronnen en groenten aanwezig waren in de maaltijden die we met de begeleiders bereid hebben in de verschillende dorpjes. De maaltijden bestonden telkens bijna uitsluitend uit een koolhydraatbron met daarnaast een klein beetje proteïnen (meestal in de vorm van gemalen gedroogde visjes) en redelijk wat olie. De hoeveelheid groenten valt te vergelijken met hoeveel munt er in een quinoasalade aanwezig is, niet veel dus. Voornamelijk het gebrek aan groenten merkten we ook op buiten de dorpjes, bijvoorbeeld in de kantine van het ziekenhuis waren groenten bijzaak. Toen we deze opmerking gaven werd ons verteld dat de stichting bezig is met deze hoeveelheden te verhogen maar dat zo’n proces lang duurt. Een gewoonte aanpassen is een proces van jaren en om dit besef over te brengen naar de bevolking dient men dit stapsgewijs aan te pakken.

Als laatste werkpuntje hebben we ook gemeld dat een samenwerking met de vroedvrouwen voor de prenatale consultaties in en rond Parakou een grote hulp zou zijn voor hen. Gedurende onze stage merkten we op dat deze vrouwen vaak geen, onvoldoende of foutieve informatie deelden met de vrouwen. Zo zijn er bijvoorbeeld informatiebundels van Unicef die gebruikt worden. Jammer genoeg wordt de informatie bij de afbeeldingen verkeerd uitgelegd. Regelmatig werd er gewoon geen nutritioneel advies gegeven, al is dit wel belangrijk. Gelukkig is er onze affiche die we uitgedeeld hebben in het ziekenhuis en in een aantal centres de santé. Deze affiche werd door ons ontwikkeld in opdracht van de stichting en ging over voeding voor de moeder tijdens de zwangerschap. Het plan van de stichting is om eventuele stagiairs Voedings- en dieetkunde volgend jaar de voeding voor baby’s tot 6 maanden oud op een andere affiche af te laten drukken en gedurende de komende jaren deze reeks dan uit te breiden naar oudere kinderen.

The end

Ziezo, dit is onze allerlaatste blog over onze stage hier in Bénin. Wat een ervaring! We hebben zowel zeer triestige als zeer leuke ervaringen mogen meemaken die we niet snel zullen vergeten. Bénin is een prachtig land met een prachtige flora en fauna maar jammer genoeg is de armoede en corruptheid er zeer sterk aanwezig. Wieweet, ooit, who knows, komen we over enkele jaren terug en dan hopen we hier toch een verbetering in te zien.

Week 9 – Diepgaande blik op de Beninese keuken

Week 9 – Diepgaande blik op de Beninese keuken

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 9 – Diepgaande blik op de Beninese keuken

Terug van onze week vakantie, en verfrist van het zien van onze familie, was het tijd om aan onze voorlaatste week van de stage te beginnen! De week stond in het teken van een beter begrip van de Beninese keuken en bestond uit het bezoeken van lokale markten en restaurants.

Rondleiding op de markten in Parakou

We brachten tijd door op meerdere markten rond Parakou om te leren over de lokale ingrediënten en waar ze doorgaans voor worden gebruikt. Vergeleken met wat we normaal in de winkels in België zien liggen, is de verscheidenheid aan soorten granen, peulvruchten en zaden overweldigend. Veel producten zijn in meerdere vormen verkrijgbaar – zowel de verse groente, de gedroogde versie als in poedervorm. Door de alternatieve vormen is het product langer houdbaar, zeker nu aan het einde van het droge seizoen wanneer de teelt minimaal is. Ook het grote aantal verschillende soorten bladgroenten maakte indruk op ons, deze worden meestal fijngehakt en in sauzen gebruikt.

Vlees is ook verkrijgbaar op de markt – in de warme lucht met weinig bescherming. Sommige soorten zijn gedroogd om de houdbaarheid te verlengen. Helaas is het door de relatief hogere vleesprijs voor een groot deel van de bevolking onbereikbaar. De meest betaalbare is ongeveer 2500 cfa per kilogram, wat ongeveer € 3,81 is. In plaats daarvan vertrouwen ze vooral op plantaardige eiwitbronnen zoals soja, peulvruchten, noten en zaden, en in mindere mate gedroogde vis, garnalen en eieren.

Op een andere markt verkenden we een groot gebied met voornamelijk industriële producten, waarvan de meeste geïmporteerd worden. Visconserven, tomatenconcentraat, mayonaise, pasta, couscous, bouillonblokjes etc. komen allemaal aan bod. Het was interessant om de markten te bezoeken met een lokale gids, gezien het feit dat we er in het verleden waren geweest, maar een groot deel van de kraampjes die in smalle steegjes van de hoofdstraat waren weggestopt niet hadden ontdekt!

Lokale restaurants bezoeken 

We brachten ook tijd door in een aantal lokale restaurants om al deze nieuwe ingrediënten verwerkt te zien worden in verschillende recepten. Bij ‘Le secret de la vieille marmite’ kan men een warme maaltijd kiezen uit een verscheidenheid aan stoofschotels die dagvers worden gemaakt – rundvlees (inclusief pens) met groenten, zeevruchten met vis, krab en garnalen, “gehaktballetjes” gemaakt van sesam, enz. Normaal gesproken kies je het vlees of een andere eiwitbron, dan een saus en als laatste een koolhydraatbron zoals ‘pâte’.

‘Pâte’ wat normaal gesproken in het Frans gewoon naar pasta zou verwijzen, heeft hier een andere betekenis. In Benin zijn ‘pâte’ balletjes gemaakt van verschillende meelsoorten die men met de handen uit elkaar trekt en in de saus doopt. De meest voorkomende die we zijn tegengekomen, zijn gemaakt van maïs (meestal gefermenteerd), griesmeel of cassave. Gepureerde yam is ook een andere populaire koolhydraatbron. We kiezen een selectie van dingen in kleine hoeveelheden om mee te nemen, waaronder wat “pâte rouge” (griesmeel met tomatensaus). We waren gewaarschuwd dat voor een paar van onze sauskeuzes dit niet was wat je erbij zou moeten eten. Maar onze eetlust is niet helemaal op het niveau van de lokale bevolking hier, dus besloten we om bij één keuze van ‘pâte’ te blijven, ook al was het niet de juiste combinatie voor wat we wouden proberen.

Voeding voor zwangere vrouwen

Naast het bezoeken van markten en restaurants ontwikkelden we samen met de stichting ook een poster voor gebruik bij de prenatale consultaties in de ziekenhuizen en gezondheidscentra. Aan het einde van de week hebben we de gedrukte versie ontvangen, en we zijn erg blij met het eindresultaat! We zullen binnenkort extra versies drukken om aan de gemeenschapswerkers te geven voor hun dorpsbezoeken en presentaties.

Tussendoor zijn we allebei druk bezig geweest met onze bachelorproeven, met een grote deadline voor feedback in aantocht. Met alles wat er gaande is, is het moeilijk te geloven dat er nog maar één week over is van onze tijd in Benin!

Week 7 & 8 – Werken in de dorpen

Week 7 & 8 – Werken in de dorpen

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 7 & 8 – Werken in de dorpen

Week 1 tot en met 6 waren een boeiende ervaring. Na vier weken stage in het ziekenhuis van Boko en twee weken stage in enkele van de vele centres de santé werd het tijd voor ons om ons meer ‘tussen het volk’ te begeven. Vanaf week 7 vonden onze stagedagen plaats in verscheidene dorpjes rond Parakou. Dit was voor ons de kans om het leven zoals het is hier in Bénin beter te leren kennen. We konden zien hoe een doordeweekse dag er voor een groot deel van de bevolking aan toe gaat. Meestal zijn de mannen werkzaam in de stad of elders en blijven de vrouwen bij huis om voor de kinderen te kunnen zorgen, te koken en ook om te werken. Per dorp is er als het ware een soort specialisatie. In het ene dorp maakten de vrouwen houtskool terwijl ze drie kwartier verder gespecialiseerd waren in het bereiden van verrijkte bouillie (pap) voor de kinderen. Nog zulke voorbeelden zijn dorpen waar ze zich focussen op het maken van beurre de karité, terwijl we door anderen dan weer fromage du soja (voor ons beter bekend als tofu) kregen om thuis op te eten.

De reden waarom we naar de dorpjes gingen was om te zien hoe verschillende van de werknemers van de Fondation Hubi & Vinciane projecten hebben waarbij er een soort kookles gegeven wordt aan de vrouwen. Elke werknemer heeft zo zijn of haar eigen dorpjes, afhankelijk van waar die woont. Meestal kwamen we toe op de afgesproken plaats, zochten we onze begeleider en was het vervolgens wachten op de vele vrouwen die zouden volgen. Gezien de dorpsbewoners vaak geen Frans spraken, werd er een kleine uitleg gegeven in de lokale taal (vaak in het Bariba). Het bezoek wordt geregeld door een samenwerking tussen de werknemer van de Stichting en de verantwoordelijke van het dorp. Deze verantwoordelijken zijn voornamelijk mondige vrouwen die de anderen makkelijk kan aansporen tot actie en die bijvoorbeeld ook zal opgeroepen worden bij conflicten tussen dorpsbewoners. Deze verantwoordelijke neemt ook de taak op zich om alle nodige ingrediënten voor de kookles bijeen te sprokkelen. Vervolgens begon het koken zelf. Tussendoor was er af en toe tijd om met de kindjes van het dorp te spelen en de baby’tjes op de schoot te nemen. Op het einde werd de maaltijd verdeeld onder alle moeders en kregen wij ook steeds een portie om ter plekke op te eten.

Op sommige van onze stagedagen werd er ook aan ‘dépistage’ gedaan. Hiermee wordt de screening op ondervoeding bedoeld. Net zoals we op het begin van ons verblijf in Bénin konden doen op onze dorpsbezoekjes met de grote groep Belgische studenten, konden we ook hier gebruik maken van een speciaal lintje die de middelarmomtrek meet. Ondanks dat de Stichting regelmatig passeert in deze dorpjes, hebben we toch enkele kinderen gevonden die zich in de gele risicozone bevonden. Daarop sprak onze begeleider de moeder van dat kind vervolgens aan, al leek het soms alsof de moeder niet echt geïnteresseerd was in het verbeteren van de voedingstoestand van haar kind. Deze kinderen worden meerdere keren per maand opgevolgd door de Stichting.

Op andere stagedagen konden we dan weer meevolgen en deelnemen aan een presentatie over de voeding voor kinderen jonger dan 2 jaar. Nadien konden ons ook enkele vragen gesteld worden door de vrouwen. Onze begeleider was bijna steeds nodig ter vertaling.

Het verschil dat een stylo kan maken

Meestal zijn enkel de heel jonge kinderen aanwezig tijdens deze sessies gezien de kinderen vanaf 6 jaar oud naar school zijn. Op één van onze stagedagen merkten we op dat de kinderen reeds voor 10 uur terug waren van school en dat ze ’s middags nog steeds aanwezig waren bij de sessie. Hierop vroegen we aan onze begeleider of hun pauze niet al lang voorbij was en hoe het komt dat zij daar nog steeds waren. Toen bleek dat de kinderen terug naar huis waren gekomen omdat ze geen schrijfgerief hadden om notities in de les te maken en het volgens hen dus nutteloos was om naar de les te gaan. Hierop reageerden we vrij geschokt. Het feit dat een kind gewoon niet naar school kan gaan omdat er geen schrijfgerief is, is iets waar je toch wel effe van schrikt. Vliegensvlug begonnen we dus te zoeken in onze rugzakken naar wat we ter beschikking hadden en zo konden we gelukkig toch drie stylo’s vinden. De kindjes waren zeer blij, kwamen ons bedanken en snelden vervolgens vliegensvlug terug naar school. Op het begin van ons verblijf hier had de groep Belgische studenten ons een doosje stylo’s en wat blokken papier gegeven om te doneren waar nodig. Dit was dus het perfecte moment om ze af te geven. Onze begeleider van die dag, Joseph, zette ons op het einde van de werkdag af aan ons huisje samen met de yam (een soort grote aardappel) die we van de vrouwen gekregen hadden.  We gaven Joseph onze stylo’s, de blokken papier en ook nog wat papier van onszelf. Enkele dagen later kregen we een foto van hem met daarop enkele gelukkige kinderen die onze stylo’s gekregen hadden. Zo zie je wat een verschil je kan maken al is het maar door zoiets kleins als een stylo te geven.

Goed nieuws… of niet…?

Met Joseph gingen we op de tweede maandag mee op huisbezoek bij kindjes die (aan het) genezen zijn van ondervoeding. Hierbij kregen we de kans om een kindje op te volgen dat we een maand eerder in het ziekenhuis gezien hadden toen het op consult kwam. In onze blog van week 2 kan je lezen hoe dit meisje, genaamd Beauté, dat slechts drie kilo woog op 15 maanden oud, er ernstig aan toe was. Achteraf kregen we een foto van haar te zien toen ze de eerder was opgenomen in het ziekenhuis en toen was ze er nóg slechter aan toe. Hierdoor wist onze begeleider ons te vertellen dat alles wel goed zal komen gezien ze er beter aan toe is dan voordien. Nu we Beauté een maand later opnieuw hebben mogen zien, kunnen we met vreugde vertellen dat ze er duidelijk nog veel beter aan toe is dan een maand geleden. Ze heeft opnieuw volle wangetjes en eet ook goed. Alleen vrezen we ervoor dat Beauté ernstige hersenschade heeft opgelopen door de ondervoeding. Aan de oogbewegingen kan je zien dat er iets niet klopt en ook maakt ze amper geluid, laat staan dat ze probeer te communiceren en kan stappen. Ondanks de beterschap vrezen we toch wat voor haar toekomst.

En dan nu… vakantie!

Na deze voorbije twee weken die wij persoonlijk toch wel de meest interessante, interactieve en plezante weken vonden tot nog toe, is het tijd voor een welverdiende vakantie. Zowel wijzelf als Svea hebben een weekje vakantie kunnen regelen waarbij onze familie op bezoek komt. Heathers vader komt langs vanuit Canada terwijl Femkes ouders en zussen op bezoek komen vanuit het relatief minder verre België. Een weekje rondreizen zal ons deugd doen. Nadien vliegen we er weer volledig in, zowel op onze stage als voor onze bachelorproef. Onze tijd hier gaat zodanig snel voorbij dat het einde van onze stage hier in Bénin al in zicht is.

Week 5 & 6 – Stage in lokale gezondheidscentra

Week 5 & 6 – Stage in lokale gezondheidscentra

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 5 & 6 – Stage in lokale gezondheidscentra

Terug van ons weekendje weg waren we klaar met onze stage in het ziekenhuis in Boko en de volgende twee weken liepen we stage in de lokale gezondheidscentra in Parakou. De eerste week waren we in het centrum in Ganou, een wijk aan de rand van Parakou in het noorden. De tweede week waren we in het centrum in Madina, een wijk in het centrum van de stad.

Het idee was om te zien hoe een centrum in de “periferie” van de stad functioneerde in vergelijking met een centrum in het centrum, en natuurlijk beide in vergelijking met het ziekenhuis. In het algemeen vonden we dat de gezondheidscentra veel weg hadden van een miniatuurziekenhuis. Ze hadden algemene consultaties, een kraamafdeling met geboortecentrum en pre- en postnatale consultaties, en een vaccinatiecentrum. Het geboortecentrum was alleen voor eenvoudige, natuurlijke bevallingen. Als het ingewikkelder was, werden de moeders naar het ziekenhuis gestuurd.

Het vaccinatiecentrum

Het vaccinatiecentrum is waar we de meeste dagen begonnen, omdat tijdens deze bezoeken ook andere aspecten van de groei van het kind worden gecontroleerd. De moeders krijgen als groep een voorlichting voordat de vaccinaties beginnen, die gericht is op goede voeding voor de leeftijdsgroep die die dag wordt behandeld. In Ganou werd ook gesproken over goede hygiëne, vooral rond de nog steeds aanwezige dreiging van Covid, en over het belang om in hun buurt een oogje in het zeil te houden voor tekenen van kinderen met polio. Als een kind met polio binnenkomt, is de behandeling gratis, en iedereen wordt opgeroepen zich te melden als zij een verdacht geval in hun gemeenschap opmerken.

Vanaf de vaccins op 6 weken leeftijd worden de kinderen ook gewogen voordat ze het vaccin krijgen, zodat de gezondheidswerkers hun groei kunnen bijhouden op de groeikaarten in het dossier van elk kind. In Madina meten ze ook de lengte/lengte van de kinderen en gebruiken ze de armbandmeting voor kinderen ouder dan 6 maanden om te controleren op ondervoeding. Als bleek dat een kind geen positieve vooruitgang boekte, werd de moeder apart genomen om voedingsadvies te krijgen van een van de gezondheidswerkers. In het algemeen werkten beide centra voornamelijk met de door UNICEF verstrekte boeken met voedingsrichtlijnen, waarbij de afbeeldingen uit dit boek werden gebruikt om de belangrijkste punten aan de moeders over te brengen.

Vanaf 6 maanden krijgen de kinderen ook vitamine A-supplementen als ze komen voor hun vaccinaties en wegingen, en ze krijgen ook een recept voor een ijzersupplement dat ze dagelijks moeten innemen. 

Tijdens deze bezoeken voeren de gezondheidswerkers ook andere taken uit, zoals het controleren op een tongband en zo nodig het wegknippen van het weefsel om de tong vrij te maken en de borstvoeding beter te laten slagen. Op verzoek prikken ze ook in de oren van de pasgeborene, wat hier heel gebruikelijk is. De meeste meisjesbaby’s laten hun oren piercen in het eerste uur na hun geboorte!

Het grote verschil tussen de twee gezondheidscentra was dat in Ganou alle vaccinaties in een spreekkamer plaatsvinden, zodat de moeders buiten in een open ruimte wachten tot ze worden opgeroepen. Het duurde lang voordat ze klaar waren om de kinderen te ontvangen, maar toen ze eenmaal begonnen was er een zekere orde in alles. In Madina gebruikten ze een groot prieel midden op de campus, waar het veel moeilijker was om de mensenstroom onder controle te houden, zodat het erg chaotisch en soms overweldigend aanvoelde. Het aantal kinderen dat elke dag in elk centrum werd opgevangen leek erg op elkaar.

Consulten

Afhankelijk van het tijdstip waarop we klaar waren met de vaccinaties, gingen we vervolgens naar de prenatale consulten om daar met de verloskundigen de sessies te volgen. Deze leken sterk op wat we in het ziekenhuis meemaakten. In Ganou kwamen de vrouwen één voor één de spreekkamer binnen, en had je het gevoel dat ze vragen konden stellen als ze zich ergens zorgen over maakten. In Madina stonden er twee onderzoekstafels naast elkaar (met privacyschermen), waar de verloskundige zich snel tussen de ene en de andere verplaatste. We kregen niet het gevoel dat de vrouwen veel gelegenheid hadden om vragen te stellen, tenzij ze echt aandrongen en het initiatief daartoe namen.

In Madina werden ook consulten gegeven over gezinsplanning, wat in dit geval neerkwam op een consult over het beste type geboortebeperking dat de vrouw moest gebruiken. De meeste vrouwen die we voor deze consulten zagen komen, hadden al een of twee kinderen en waren op zoek naar geboortebeperking om te voorkomen dat ze te snel weer zwanger zouden worden. We zagen twee vrouwen die een implantaat in hun arm kregen dat tot 5 jaar anticonceptie biedt.

We hebben ook een paar keer de algemene consulten gevolgd. Aangezien het hoogseizoen voor malaria langzaam nadert, waren de meeste patiënten die we daar volgden ziek en werden ze getest op malaria. Als er kinderen binnenkwamen voor een consult werd er ook gekeken of het kind al dan niet ondervoed was.

Genieten van wat vrije tijd

Ter afsluiting van onze weken in het gezondheidscentrum gingen we op weg naar ons eerste restaurant in Parakou – meer dan een maand na ons verblijf hier! We gingen naar Dody’s, bekend bij de expats om zijn meer Europese menu, en genoten van cheeseburgers om de week af te sluiten. Daarna ging het naar Hotel Les Routieres voor een paar uur relaxen bij het zwembad. Precies de pauze die we nodig hadden na een lange, hete week. Het was ook de perfecte gelegenheid om de nieuwste stagiaire in Parakou, Svea, kennis te laten maken met het leven hier. Ook zij is half maart aangekomen voor een stage bij de Stichting, al richt zij zich op de landbouwbedrijven waar de organisatie bij betrokken is. Ze woont bij ons in het ziekenhuis in Boko, in ieder geval tot het einde van ons verblijf hier in Benin.

Weekendje weg: Route des Tata en waterval van Kota

Weekendje weg: Route des Tata en waterval van Kota

Arial view of Porto-Novo, Benin

Weekendje weg: Route des Tata en waterval van Kota

Dit weekend gingen we voor het eerst weg uit Parakou! Eindelijk tijd om ons weer toerist te voelen in plaats van stagiair.

Op vrijdagmiddag namen we de Baobab Express bus van Parakou naar Natitingou, in het westen van het land bij de grens met Togo. We waren erg onder de indruk van de bus, vooral in vergelijking met onze eerste reis naar Parakou. De bus had airconditioning, was comfortabel, en er waren geen reizende verkopers die hun verhalen aan iedereen opdrongen! 

Eenmaal aangekomen in Natitingou stonden onze gidsen voor het weekend, Guy en Felix, ons op te wachten op de moto. Het was een frisse avondrit van ongeveer 40 minuten naar het zuiden, naar de Otamari Lodge in het dorp Kossoucoingou. Het leek een rustige en stille plek om te verblijven, maar aangezien het buiten pikkedonker was, moesten we wachten tot de ochtend om het uitzicht echt te kunnen waarderen.

Ons bezoek aan Kossoucoingou was bedoeld om de “Route des Tata” te verkennen. De Tata is een traditioneel gebouw gemaakt van modder, maar lijkt op een klein kasteeltje met verschillende terrassen en torentjes om te verkennen. Na het ontwaken met een schilderachtig ontbijt en het kijken naar de lokale koeien die van de dorpsput komen drinken, gingen we met onze gidsen op pad om enkele families en lokale bedrijven in de omgeving te bezoeken.

We leerden hoe een lokale familie dagelijks verse mozzarella-achtige kaas maakt van hun kudde koeien, met behulp van een lokale plant om te helpen bij het maken van de kaaswrongel. We bezochten ook een plaatselijke man die manden vlecht en houthakt – Femke nam een mooie mand van hem mee om te gebruiken voor fruit zodra ze terug is in België. We stopten ook om een lokale familie te bezoeken die een nieuw huis aan het bouwen was en zagen hoe ze de modder uit de grond haalden en samenwerkten om de muren van het huis op te bouwen. En natuurlijk verkenden we tijdens het bezoek de verschillende Tata-huizen die we tegenkwamen. Sommige worden gebruikt door de families en andere zijn opengesteld voor toeristen om te ontdekken hoe het is om er in één te wonen.

In de namiddag bezochten we een familie die een kleine smederij runt, waar ijzeren producten en sieraden werden gesmeed en waarbij meerdere generaties tegelijk werkten om het eindproduct te maken. Daarna stopten we in een laatste dorp waar de plaatselijke vrouwen een traditionele dans uitvoerden. Deze dans houden ze om te vieren dat een meisje officieel als vrouw wordt beschouwd (rond 18-19 jaar, werd ons verteld).

Onze dag eindigde met een korte wandeling naar een uitzichtpunt waar we de zon konden zien ondergaan achter de bergen, die technisch gezien net over de grens met Togo lagen! Zo konden we het andere land zien, ook al kunnen we het nog niet officieel van ons reislijstje schrappen. Ons diner die avond was een stoofpotje met wat van de kaas die we die ochtend hadden zien maken.

Op zondag waren we weer vroeg op voor het ontbijt om te kunnen zien hoe een paar plaatselijke vrouwen beurre de karité maakten. Het was beslist een groepsproject, want twee vrouwen werkten samen om de noten te vermalen, die vervolgens werden geroosterd, en een ander maalde ze steeds fijner. De laatste stap was het geleidelijk wassen van de geproduceerde room, waardoor het mengsel van een chocolademousse-achtige creatie veranderde in een witte meringue. Nadat de vaste stoffen waren afgescheiden, bleef na het koken een romige, gele olie over; de karitéboter.

Daarna verlieten we Kossoucoingou en gingen we terug naar Natitingou. Net ten oosten van de stad liggen de Kota watervallen. Het was een zeer hobbelige rit over de “rode” wegen (zandwegen) om de waterval te bereiken, met een korte wandeling naar de lagune onderaan. Maar het was de moeite waard om in het verfrissende water te zwemmen en onder de watervallen te staan! Er waren zelfs een paar apen die ons van een afstandje in de gaten hielden; ik denk dat ze jaloers waren!

Helaas was de bus terug naar Parakou volgeboekt, dus moesten we een taxi nemen. Een taxi is hier echter anders dan in Europa of Noord-Amerika. Ze proberen hun winst te maximaliseren door de auto zo vol mogelijk te gooien en passagiers door te laten rijden. Reizen op zo’n manier, tijdens de hitte van de dag en zonder airconditioning, zorgde voor een zeer lange, hete, zweterige rit. Op een gegeven moment zaten er 8 passagiers in de auto, een paar zaten zelfs in de kofferbak! Het was waarschijnlijk een ervaring die we hier in Bénin moesten hebben, maar niet een die we graag herhalen.

Maar ondanks het minder goede vervoer terug naar Parakou, hebben we een geweldig weekend gehad, waarin we meer van het land hebben kunnen ontdekken!

Week 4: Femke’s Verjaardag en Materniteitafdeling

Week 4: Femke’s Verjaardag en Materniteitafdeling

Arial view of Porto-Novo, Benin

Week 4: Femke's Verjaardag en Materniteitafdeling

Een welverdiende rustdag

Eind vorige week was het de verjaardag van Femke. Om dit te vieren zijn we met z’n tweetjes naar hotel Les Routiers geweest om een plonsje te wagen in het zwembad en er een namiddagje te genieten van de rust en te vluchten van de hitte. Gezien er in het ziekenhuis in Boko, waar we ook logeren, niet zeer veel te beleven valt, hebben we beide elke dag steeds gewerkt voor school. Indien we overdag stage lopen in het ziekenhuis houden we ons ’s avonds bezig met ofwel de nodige huishoudelijke taken ofwel met onze bachelorproeven of opdrachten voor de stage. Ook in de weekends hebben we ons steeds bezig gehouden met schoolwerk waardoor een dagje rust en niets doen voor school ook wel eens mocht en we er dan ook immens van genoten hebben. Je zal misschien verschieten, maar ook al zitten we hier al een maand in West-Afrika, heel veel kleur hebben we nog niet kunnen oplopen. 😉

Hotel Les Routiers is een gekend hotel in Parakou waar veel Westerlingen logeren en verschillende ambassadeurs regelmatig samenkomen. Het was een aangenaam bezoek en we denken eraan om tijdens één van de komende stageweken, waarbij we steeds naar Parakou zullen moeten gaan voor onze stage, er nog eens een bezoek te brengen aan het zwembad. Blijkbaar hebben ze er lekkere Europese gerechten zoals stoofvlees met frietjes, waarvan al vaststaat dat we deze zeker zullen bestellen. Buiten is er ook een leuk souvenirwinkeltje, wat zeer leuk is gezien Parakou alles behalve toeristisch is en we nog geen souvenirs hebben kunnen kopen.

Back to work

Na een deugddoende zaterdag, sloten we ons weekend af met een rustig dagje werken voor school en konden we vervolgens beginnen aan onze tweede week in de afdeling materniteit.

Deze week was het de beurt aan Femke om de prenatale consultaties te volgen en kreeg Heather de kans om enkele voedingstips te geven aan de vrouwen die aan het genezen waren van hun keizersnede. Op dinsdag hebben we opnieuw een bevalling mogen meemaken. Deze keer was ze toch iets impressionanter. Gezien een gewone, natuurlijke bevalling hier altijd zonder verdoving gebeurt, is dit sowieso al een pijnlijke ervaring. Maar toen men merkte dat de opening van de vagina bijna zou doorscheuren, heeft men besloten een knip te geven in de opening om dit doorscheuren te vermijden. Ook dit gebeurde zonder verdoving. Nadat de bevalling verder vlekkeloos verlopen was, moest de vrouw natuurlijk ook weer dichtgenaaid worden en ook dit gebeurt hier weer zonder verdoving. De hele periode schreeuwde de vrouw het uit van de pijn en werd er haar gezegd/ toegeroepen om te stoppen met roepen en dat ze wat stiller moest zijn.

Deze ervaring was nogmaals een voorbeeld van één van de meest opvallende cultuurverschillen tussen de Westerse wereld en Bénin. Er is hier in Bénin geen plaats voor medeleven met de mensen die pijn lijden. Toen een meisje van 15 die op het punt stond om te bevallen zich vorige week even op een trapje wou zetten omdat ze het even lastig had, werd er haar toegeroepen dat ze daar niet mocht zitten en dat ze maar moest blijven rechtstaan of ergens een ander plekje moest zoeken. Het is precies of je mag hier geen tekenen van zwakte tonen.

Ook gebeurt het soms dat één van de kersverse moeders geen of amper Frans spreekt en indien de vroedvrouw niet dezelfde taal spreekt als de moeder, dan wordt de vroedvrouw vaak boos op de vrouw omdat zij haar niet verstaat. Roepen naar de patiënten en zelfs slaan met een boekje indien ze bijvoorbeeld iets verkeerds doen, gebeurt hier regelmatig. De manier van communiceren verloopt hier over het algemeen agressiever dan in België, wat toch even wennen was.

Ook opvallend is dat alles hier zeer gefocust is op de opvoedende en huishoudelijke rol van de vrouwen hier en dat de partner nooit betrokken wordt in bijvoorbeeld het geven van voedingsadvies aan de zwangere vrouw. Enkel indien de vrouw het niet goed lijkt begrepen te hebben, zal men ook de partner informeren. Zelfs bij de bevalling mochten de partners niet aanwezig zijn. De vrouwen liggen vaak met drie naast elkaar (klaar om) te bevallen zonder dat er iemand bij is die ze kennen. Na de bevalling moeten ze nog enkele uren naakt blijven liggen zonder dat er bezoek mag komen of dat ze zich mogen aankleden (om zo de moeder en de nageboorte goed te kunnen opvolgen).

In het O.K.

Later op de week kreeg Femke een kans die ze niet zou laten liggen. Ze mocht meevolgen bij de operatie van een cyste op de eierstok. Bij het binnenkomen van de operatiekamer dacht ze eerst verkeerd te zijn, gezien de vrouw die klaar lag voor de operatie hoogzwanger leek te zijn. Uiteindelijk bleek het om een cyste van 10 kilogram te gaan, ter grootte van een tweeling. De cyste werd dan ook samen met de baarmoeder volledig verwijderd. De bloederige details zullen we achterwege laten, maar laten we zeggen dat het een ervaring was om nooit te vergeten. Voor de patiënt was het letterlijk en figuurlijk een groot gewicht dat van haar schouders was afgenomen.

Verder verliep de werkweek vrij rustig. We hebben kunnen regelen dat we vrijdagnamiddag vrij kregen om voor het eerst een weekendje weg te gaan en het land verder te ontdekken. We kozen voor een weekendje naar Kossoucoingou, in de buurt van Natitingou, vlakbij de grens met Togo. Spannend!

Contact

Healthfully Heather
Oordegemstraat 8, 9520 Vlierzele
BTW: BE0694867319
Erkenningsnummer: 5-64985-40-601

✉️   hello@healthfullyheather.com

📞  +32(0)486.38.47.49

© 2023 Healthfully Heather
Designed by Brooke Lawson